Viktor & Rolf bestaat dit jaar 20 jaar. Viktor Horsting
en Rolf Snoeren, beiden 44 jaar, begonnen in april 1993 met hun
samenwerking, die uiteindelijk uit zou groeien tot Nederlands grootste
en internationaal bekendste modemerk. Lees hier wat Cécile Narinx en
Georgette Koning vinden van Viktor & Rolf. Door Sigrid Stamkot voor
Sp!ts.
1 december 1992. Ene Rolf Snoeren tuft samen met Viktor Horsting,
beiden net afgestudeerd aan de Arnhemse modeacademie, in een oude auto
met twee koffers naar Parijs om zich er te vestigen. Het merk Viktor
& Rolf bestaat dan nog niet: pas een jaar later, als het bebrilde
duo tijdens het Festival de la Mode op het podium wordt geroepen als
Viktor & Rolf om alle prijzen in ontvangst nemen, is de naam
geboren. Geen doordachte marketingstrategie, geen urenlange discussies,
geen hoofdbrekende vergaderingen en lijsten vol net-niet merknamen: „Het
klonk wel leuk”, is de achterliggende gedachte achter de naam die
Nederland als modeland internationaal op de kaart zette.
Want dat is wat ze hebben gedaan, daar zijn modekenners Cécile Narinx
en Georgette Koning het over eens. „Ze hebben Nederlandse
modegeschiedenis geschreven”, aldus Koning, die het duo een aantal keren
voor onder meer Elsevier Stijl sprak. „In musea kunnen we nog steeds
genieten van hun ontwerpen.” Het werk van de geboren Brabanders is
tentoongesteld in onder meer Utrecht, Tokio, Londen, New York, Parijs en
Antwerpen. Door Viktor & Rolf, zo zegt ELLE-hoofdredacteur Narinx,
„weet de wereld dat Nederland bestaat als modeland. Ze hebben ons land
een gezicht gegeven. Iedereen kent ze, iedereen weet wat ze doen.”
Maar noem hen niet on-Nederlands, want Narinx heeft een „gruwelijke
hekel” aan dat woord. „Dat insinueert dat Nederland niets kan.” Liever
spreekt ze van conceptueel, met een ijzeren controle. Fantasierijk, maar
binnen de lijnen. „Ze waren stoutmoediger dan de rest”, verklaart ze
het feit dat Viktor & Rolf het wél en tientallen andere
afgestudeerden het niet hebben gered. „Extreem talentvol. Maar ook
zakelijk en vol zelfvertrouwen en die combinatie is uniek. Vaak zie je
dat mensen óf kunnen ontwerpen, óf zaken kunnen doen.” „Ze zijn
bijzonder vasthoudendheid, of ’Ijzeren Hein’ig’, zoals ze zelf
omschrijven”, vertelt Koning. „Ze wilden het per se maken maken in de
mode en dat is gelukt.”
Nu, twintig jaar later, is het cv van de twee indrukwekkend. Sinds
1993 showen ze vrij consequent, het jaar 2009 telde zelfs vijf
collecties en hebben een Ready to Wear- en mannenlijn. Die shows doen
steevast hun naam eer aan. Geen keurig opgemaakte modellen die in
rechtlijnige creaties voortschrijden, maar complete installaties die de
outfits hooghouden, zwart glanzende motorhelmen in plaats van keurig
gekapt haar en strakke make-up of indrukwekkend rood geschminkte
gezichten. En altijd met een boodschap: zo maakten de twee in 2008 met
hun collectie, simpelweg No geheten, de hele wereld duidelijke dat mode
te snel ging. De mededeling was niet te missen: in kunstig 3D priemden
de twee letters uit de creaties.
Met de opvallende shows kwam ook de aandacht en het succes. Diverse
modeprijzen werden in de wacht gesleept, celebs als Tilda Swinton,
Natalie Portman, Katy Perry, Rihanna en Lady Gaga werden gespot in
creaties van de twee en er werd een winkel in Milaan geopend waarin
letterlijk alles op z’n kop stond. Het echte geld werd en wordt nog
steeds verdiend met dat waar zo’n beetje alle modehuizen hun geld mee
verdienen: parfum. Hun Flowerbomb was in 2005 een instant hit en staat
al jaren hoog in de top 10 van best verkochte geuren ter wereld.
En toch: „De laatste collecties zijn veel commerciëler en minder
spraakmakend”, constateert Koning. „Maar ze kunnen natuurlijk niet
twintig jaar lang ageren. Het is een serieus modehuis, er moet ook
verkocht worden. Ze hebben altijd keurig meegedaan aan het systeem,
alleen in hun begin jaren sloegen ze een keer een seizoen over. Maar ze
zitten nog altijd vol ideeën. De laatste collectie was heel fris en
jong. Internationaal staan ze niet meer tot de top 30, maar nog altijd
zijn ze wereldberoemd. Alle internationale kranten bespreken hun show.
Uitgesproken negatief zijn de recensies niet, maar ook niet meer zo
jubelend als in het begin.”
„Ze hebben de laatste seizoenen niet meer zo gevlamd als vanouds”,
stemt Narinx in. „Maar het is dan ook heel moeilijk om je twintig jaar
lang te blijven vernieuwen. Bovendien: toen ze dat deden, werd hun
kleding nauwelijks verkocht. Het lijkt alsof ze met hun laatste
collecties naar een nieuwere markt toewerken. Vroeger gebruikten ze veel
bont, kant en maakten ze veel avondjurken. Dat dragen de Westerse
vrouwen niet. Het wordt allemaal draagbaarder.”
Zoals ieder modemerk hebben ook Viktor & Rolf te lijden onder de
aanhoudende crisis. Maar: „ze zijn talentvol en creatief genoeg om het
te overleven”, voorspelt Koning. „Ik hoop dat ze meer hun eigen stempel
op de komende collecties kunnen drukken”, aldus Narinx. „En dat er weer
boetieks (die in Milaan sloot in 2008 haar deuren, red.) komen. En
wellicht meer verkooppunten, want die zijn schaars.”
En net zoals voor alles en iedereen in de crisis geldt: de tijd zal
het leren. En tot die tijd, en ver daarna, kunnen we trots zijn op
’onze’ Viktor & Rolf.